Veerle getuigt over haar zwangerschap

Veerle getuigt over haar zwangerschap

8 minuten leestijd 14 oktober 2020

Het verhaal van Veerle's zware zwangerschap

article?.title

Op voorhand weet je nooit welke uitdagingen je zwangerschap met zich mee zal brengen. Misschien is dat maar beter zo, want zou je er anders aan beginnen? Vandaag getuigt Veerle moedig over de onverwachte mokerslag die ze tijdens haar zwangerschap moest incasseren. Ze vertelt over de zware weken vol pijn, twijfel en onzekerheid over het leven van haar dochter.  

 

Zwanger

 

Ik heb mezelf altijd wat kleinzerig gevonden. Toen ik zwanger werd, heb ik me voorgenomen om niet over elk pijntje te zeuren. Daar zou ik mezelf en mijn man geen plezier mee doen. Toen ik wekenlang kotsmisselijk was, heb ik dat dus zwijgend gedragen. Ik voelde me rotslecht, maar hield me voor dat iedereen daardoor moest, dus ik ook. Ik sleepte mezelf vooruit en was elke dag heel blij als ik ’s avonds in mijn zetel kon kruipen.

Op 17 weken trok de misselijkheid weg en niet veel later voelde ik me echt goed. Ik had tijd voor lange wandelingen dankzij de quarantaine en ging elke dag naar buiten. Het ging allemaal prima, en ik was ervan overtuigd dat ik verder weinig extra ongemakken zou hebben tot ik zou bevallen. Ik kon dit!

 

Buikpijn

 

Toen ik op net 24 weken’s nachts wakker werd met buikpijn, dacht ik aan bandenpijn of oefenweeën en herinnerde ik mezelf aan mijn voornemen. Dit was normaal en zou wel overgaan als ik verder sliep. Ook toen de pijn ’s morgens niet weg was, begon ik aan mijn thuiswerkdag en probeerde er niet aan te denken. Omdat ik vaak naar de wc moest, kreeg ik het vermoeden van een blaasontsteking. Daar kon ik ’s avonds wel mee dealen, no biggie.

Toen de pijn tegen de middag opnieuw erger was geworden, begon ik me toch wat zorgen te maken. Het voelde als menstruatiepijn die maar bleef zeuren. Een pijn waar ik al jaren last van heb en dus goed herken. Was dit wel een blaasontsteking of bandenpijn? Ik wist het niet meer zeker. Met lood in mijn schoenen belde ik naar de vroedvrouw. Die zou me vast en zeker een zeur vinden dacht ik, dus ik excuseerde me al op voorhand voor het storen. Ze minimaliseerde mijn pijn niet en raadde me aan om naar het ziekenhuis te gaan voor een checkup aan de monitor als de pijn zou blijven duren. Omdat mijn man was gaan werken met de auto, zou het zou wel nog even kunnen wachten. Die mailing voor het werk moest de deur uit, dus ik ging opnieuw aan het werk.

Een uur later kon ik amper nog op mijn stoel blijven zitten van de pijn, dus belde ik toch maar naar de gynaecoloog. Opnieuw excuseerde ik me voor het storen. Hij stelde me gerust en vroeg wat ik precies voelde. Bij het horen van het woord menstruatiepijn onderbrak hij mij onmiddellijk. Naar de spoed komen, nu.

 

Ziekenhuis

 

Ik belde mijn man en vroeg ik om naar huis te komen. Geen paniek, rustig rijden, het is niet erg, drukte ik hem op het hart. Gewoon een pijntje, je kent mij toch. Ik probeerde mezelf ervan te overtuigen dat het een blaasontsteking was en herhaalde dat ook op de spoed. Daar was zo goed als niemand wegens Corona, en ook mijn man mocht niet mee naar binnen. Daar zaten we dan, ik na een plasje in een potje in de wachtzaal en hij buiten, aan de andere kant van het raam. We whatsappten naar elkaar.

Een dik uur later mocht ik mee naar boven voor een checkup aan de monitor. Ik zwaaide naar hem door het raam en stuurde hem even later een selfie met de elastische banden van de monitor rond mijn buik, zodat hij zag wat er gebeurde. “Ze kijken het na en ik sta snel weer buiten! Wat gaan we eten straks?”

Toen de deur openging en de gynaecoloog verscheen, zei ik vrolijk hallo en begon ik zenuwachtig te ratelen. “Eerste keer aan de monitor, sorry voor het storen, groot ding wel zeg, amai!” Ik voelde me beter dan twee uur geleden en voelde me onnozel. Ik had weer overdreven en zat hier iedereen zijn tijd te verdoen. Hij keek naar de print die uit de monitor rolde en keek ernstig terug. “Mevrouw, u hebt weeën. Mijn assistente zal u zo meteen inwendig onderzoeken.”

Daarna ging het snel. Een inwendige echo bevestigde niet alleen de weeën, maar ook dat ik daardoor al een verkorte baarmoederhals had. Dat was veel te vroeg, ik was nog maar 24 weken zwanger. Ik moest opgenomen worden en meteen weeënremmers en longrijping krijgen voor de baby. Zo kreeg die alle kansen bij een mogelijke geboorte. Ik moest meteen een infuus krijgen en mocht dus niet meer over huis. Mijn man mocht niet naar binnen komen, want Corona. Hij stond helemaal alleen op de parking en wist niet wat er precies gebeurde binnen. Hij mocht wel nog een koffer brengen, dus vertrok naar huis. Ik lag alleen in een ziekenhuisbed en kreeg een infuus in mijn arm en een spuit in mijn bil.

 

Vroeggeboorte

 

De dag nadien leek het een stuk beter te gaan. Opnieuw voelde ik me wat onnozel. Hoewel het bewijs zwart op wit op papier stond, bleef ik het gevoel hebben dat ik alles wat opgeblazen had. Tot ik in de namiddag opnieuw buikpijn kreeg. Die werd steeds erger, en tegen de tijd dat ik twee uur later de vroedvrouw durfde bellen, had ik opnieuw weeën. De medicatie bleek dus niet genoeg te werken en we moesten nu echt rekening houden met een vroeggeboorte. Ik moest worden overgebracht naar een ziekenhuis waar ze de baby zouden kunnen opvangen op de NICU, de Neonatale Instensive Care Unit voor erg premature baby’s.

Na een rit in de ambulance, extra onderzoeken en overleg, werden we geïnstalleerd in een verloskamer. Mijn man mocht gelukkig blijven slapen. Ik was helemaal op van de pijn, de tweede longrijpingspuit en de magnesiumbaxter, die echt aankwam als een mokerslag. Dat blijkt vaak voor te komen, maar die baxter is broodnodig om de hersenen van een prematuur kindje te beschermen. Tegen de tijd dat we geïnstalleerd waren, had ik het gevoel dat er een vrachtwagen over me heen was gereden.

De vroedvrouw die me die nacht verzorgde, was een engel. Ze was eerlijk maar positief. De nacht duurde eindeloos, maar zij sleurde me erdoor. ’s Ochtends kwam de kinderarts langs. Ze legde ons uit waar we voor stonden. Als onze dochter die week geboren zou worden, maakte ze 50% kans om te overleven. Het was heel belangrijk dat we 26 weken zouden halen, en liefst nog langer zodat de baby zich nog zo goed mogelijk kon ontwikkelen. Elke dag extra was heel belangrijk op dit moment.

Uiteindelijk bleef ik 10 dagen in het ziekenhuis. Op 26 weken mocht ik naar huis, waar ik de rest van mijn zwangerschap plat moest liggen en medicatie moest nemen.

 

Plafondstaren

 

In de eerste weken thuis telden we elke extra dag op onze vingers. Ik stond alleen op om naar de wc te gaan en werd op mijn wenken bediend. Mijn man deed zijn uiterste best om ons huishouden niet te laten ontploffen en mij te entertainen. Hij maakte me aan het lachen en luisterde als ik het moeilijk had. Ik was soms droevig dat ik geen normale zwangerschap had. Door Corona hadden we op onze ouders na niemand ‘in het echt’ kunnen vertellen dat we ons eerste kindje verwachten. En nu de maatregelen versoepeld waren, kon ik niet naar buiten. Ik zou nooit met een dikke buik over straat kunnen lopen. Bijna niemand zou me zwanger zien, want veel bezoek mochten we niet krijgen. Het leek alsof mijn zwangerschap in het geheim verliep. Gelukkig kreeg ik heel vaak telefoon en berichtjes. Zonder mijn vriend(inn)en, familie, buren en collega’s was ik helemaal gek geworden daar in mijn zetel.

We haalden 28 en 30 weken en onze dochter maakte elke dag meer kans om gezond geboren te worden. Ze hield me ’s nachts wakker met bruuske bewegingen en stelde me gerust. Alles zou goed komen.

Hoe langer mijn zwangerschap duurde, hoe lastiger het platliggen werd. Ik kreeg rugpijn en mijn baarmoederhals slonk nog wat verder. Een beetje extra bewegen zat er dus niet in. Rechtop zitten trouwens ook niet. Ik lag vaak uren naar het plafond te staren. Dan luisterde ik muziek en praatte ik tegen de baby in mijn buik. Vanaf 34 weken kreeg ik rugweeën en sliep ik amper nog van de pijn. Ik wist niet goed hoe lang mijn lichaam het nog zou volhouden en werd bang dat ik de bevalling niet zou aankunnen. Maar ook die pijn ging geleidelijk aan over.

Uiteindelijk heb ik 12 weken plat gelegen. Onze dochter is geboren op 38 weken en 2 dagen. De eerste echte wandeling die ik deed, om een ijsje te eten en nadien naar het park te gaan, zette de bevalling in gang. We zijn ontzettend trots op onze dochter omdat ze zo lang in mijn buik is blijven zitten en dat alles goedgekomen is.

 

Tekst en foto's van Veerle Goossens. 

Volg Veerle op Instagram @veerlegoossens

Verwante artikels